‘Als klein meisje werd niet naar mij omgekeken’
Als kinderen onvoldoende aandacht krijgen, kunnen ze zich eenzaam voelen en een negatief zelfbeeld ontwikkelen. Uiteindelijk kan dit leiden tot trauma's die hun hele leven kunnen beïnvloeden. Tijdens de Week van het vergeten Kind staan we stil bij deze verhalen.
Vlak na de geboorte van Lincey belandde haar moeder in een postnatale depressie. Het was het begin van een jeugd die in het teken stond van verwaarlozing, foute types over de vloer en nog meer psychische en verslavingsproblemen. Lincey: “Toen ik 3 of 4 jaar was gingen mijn ouders uit elkaar en bleef ik samen met mijn oudere broer achter bij mijn moeder. Haar postnatale depressie had zich de jaren ervoor ontwikkeld tot schizofrenie en daarnaast was ze ook verslaafd geraakt aan drugs. Na het vertrek van mijn vader ging het steeds slechter met haar. Ze verwaarloosde zichzelf en ons. Zo liet ze ons regelmatig alleen thuis of bracht ze ons naar onze oma. Omdat ze niet voor ons kon zorgen werden mijn broer en ik uiteindelijk uit huis geplaatst. Bij onze vader konden we vanwege zijn onregelmatige werktijden niet wonen en daarom plaatste Jeugdzorg ons bij een oom en tante. Daar hebben we anderhalf jaar gewoond, totdat mijn vader erachter kwam dat er sprake was van huiselijk geweld. Mijn vader zocht ander werk en we mochten bij hem komen wonen.”
Bij haar vader heeft Lincey het goed. “Mijn vader en zijn vriendin gaven ons stabiliteit en zorgden goed voor ons. Mijn moeder werd af en toe opgenomen en dan bezochten we haar. Maar we zagen haar soms ook langere tijd niet als ze weer eens was weggelopen. Dan wist niemand waar ze was. Van die tijd kan ik me niet veel herinneren. Ondanks dat ik het in die tijd goed had, liep ik op een gegeven moment toch vast. Ik was vaak boos en verdrietig, maar wilde niet over mijn gevoelens praten. Mijn stiefmoeder, die hulpverlener is, probeerde mij te laten praten over de situatie maar ik vond het lastig om me kwetsbaar op te stellen. Op een gegeven moment ging ik nadenken: hoe komt het toch dat ik me soms zo leeg en schuldig voel? Of snel geprikkeld ben? Toen heb ik over mijn verleden gepraat met een psycholoog en bezocht ik de KOPP/KOV-groep van Indigo [LINK]. Dat was een eye-opener. Ik ontmoette eindelijk jongeren die hetzelfde meemaakten; lotgenoten. Met hen praten heeft mij erg geholpen bij het verwerken van mijn verleden. Als klein meisje had ik niet het gevoel dat ik begeleid werd. Jeugdzorg was betrokken, maar dat was meer gericht op mijn oudere broer. Hij moest een brief schrijven of tekening maken. Maar ik kan me niet herinneren dat er naar mij omgekeken werd.”
Kopp Op Rotterdam
“Als ik daar nu aan terug denk besef ik me hoe belangrijk het is dat er aandacht is voor die kinderen in deze situatie zitten. Zeker ook voor de allerjongste kinderen. Het had mij kunnen helpen. Om die reden heb ik een aantal jaar geleden samen met lotgenoten de stichting Kopp Op Rotterdam begonnen. Om de week organiseren we een bijeenkomst in Rotterdam waar lotgenoten tussen de 16 en 27 jaar elkaar kunnen treffen. Deze groep is minder gericht op de officiële methodiek, maar focust op het verbinden van mensen, steun vinden en een gezellige avond hebben. Natuurlijk wordt er ook ruimte gemaakt voor het delen van ervaringen, en dat kan emotioneel worden, maar we doen altijd ons best om de avond zo gezellig mogelijk af te sluiten. Verder praten we over thema’s zoals zelfzorg, het opbouwen van een steunend sociaal netwerk, je eigen leven opbouwen en daarbij de ‘klachten’ van je ouders leren loslaten.”
Dat laatste is Lincey aardig gelukt. “Ik weet inmiddels dat een psychische ziekte iedereen kan overkomen. Mijn moeder is geboren in Kaapverdië en is daar gebleven toen haar moeder, mijn oma, naar Nederland ging om te werken. Mijn moeder heeft een strenge opvoeding gehad en ze is van nature vrij gesloten. Mogelijk is er sprake van trauma’s in combinatie met een licht verstandelijke beperking. Wat ik wel moeilijk te begrijpen vind is dat ze voor de drugs gekozen heeft en niet voor haar kinderen. Er zijn nog steeds momenten dat het minder goed met haar gaat en dat ze begeleid of beschermd woont. We zien elkaar af en toe, maar over haar problemen praten doen we eigenlijk niet. Mijn moeder vindt dat erg moeilijk.”
“Met mij gaat het over het algemeen goed. Ik kan er een stuk beter mee omgaan dan vroeger, maar ook ik heb nog wel eens sombere gedachten. Gelukkig blijf ik daar niet heel lang in hangen. Mijn werk als trainer bij Indigo maakt me gelukkig, zeker in combinatie met mijn stichting. Het doet me goed om te zien dat jongeren hun leven weer kunnen inrichten zoals zij dat willen. En ik hoop dat ik daarin een voorbeeld mag zijn.”
*KOPP/KOV
KOPP/KOV staat voor Kinderen van Ouders met Psychische Problemen (KOPP) en Kinderen van Ouders met Verslavingsproblemen (KOV). Het kan gaan om één of beide ouders. De problematiek van de ouder(s) heeft vaak gevolgen voor het hele gezin. Indigo biedt trainingen voor deze kinderen.